
Het project ‘Kraag’ begon in 1992 met een molensteenkraag.
De eerste kraag schilderde ik wit op een zwart vlak (‘Het palet’). Zonder vooropgezet doel stond de kraag daar ineens. Ik zag ongekende mogelijkheden in deze ‘ideale’ vorm, realiseerde me hoe bijzonder deze ervaring was en besloot er trouw aan te blijven.
Het ideaal is het idee dat ik met deze vorm alles uit kan drukken
Uit “Le pli” , Deleuze, 1988:
In de typische mode van de barok zijn zo veel plooien ingewerkt, dat het lijkt alsof het hoofd van de drager ervan, net als dat van een zwemmer, aan het oppervlak van de klotsende golven dobbert. Wanneer zij vervolgens worden weergeven op een schilderij, zijn deze plooien niet alleen prominent aanwezig, ook lijkt het alsof zij niet in de eerste plaats door het lichaam maar door de Elementen, welke de ruimte volledig lijken te verzadigen, gedragen worden.







